<$BlogRSDUrl$>

26.1.04

Tractaties 

Treets. Zo heeten M&M's vroeger. Ik realiseerde me zojuist dat het een verbastering was van "treats". Tractaties dus, maar dan zonder a en met e: trecteties. En wie mij kent weet dat ik dan me het liedje herinner en daar anderen mee lastig val.

Treets knabbelknikkers, melkchocolade, krokant suikerlaagje, Treets
Met die knabbelknikkers doe je lekker lang, Treets


Opeens zat ik in het hoofd van de meneer die in 1979 met zijn hippe Opel Ascona uit Amsterdam naar Veghel was komen rijden om het liedje aan de directie van Mars voor te leggen. In de bijeenkomst legde hij nog eens de nadruk op de vondst "knabbelknikkers". Hoe goed dat aansloot bij de doelgroep. En hoe ouders ook aangesproken werden door de naam van het snoepje zelf, met verwijzingen naar belonen en uitdelen.

Waarschijnlijk was dat jaren later ook de reden van naamsverandering. Jongeren kregen steeds meer zelf geld en leerden sneller Engels. Ze zouden begrijpen wat "treets" werkelijk betekent: iets wat een ouder aan een kind geeft, of misschien kinderen aan elkaar. En dat je dan eerst je goed moest gedragen. Of dat er iemand jarig was, dat mocht ook. M&M's zou beter aansluiten bij de doelgroep.

In de laatste reclame voor het snoepje is het delen 180 graden omgedraaid. Je jat ze van je buurman in de bioscoop. En daarna vreet ze ze zoveel mogelijk zelf op.

Waarom ze van Raider (overvaller) dan Twix (Twice the Experience) hebben gemaakt is me een raadsel.

22.1.04

Horde 

Het was een warme zomerdag. Ierland, Nederland, Brazilie en de Verenigde Staten speelden een potje voetbal en dat alles was op de Nederlandse televisie te volgen. We hadden zitten kijken naar een fijne 2-0 van het Nederlands elftal en maakten ons op voor de volgende wedstrijd. Een biertje op het terras zou het wachten wat veraangenamen.

We wandelden naar de Grote Markt. Toen we de hoek omsloegen bleken alle stoelen opgestapeld. Geen terras te bekennen. Voor de deur van twee cafe's stonden grote vrachtwagens, pal aan de gevel. Aan de overzijde van het plein was een grote groep mensen verzameld, met de rug naar ons toe. Kennelijk trok achter hen iets de aandacht. Terzijde van de groep lag een oude Ford Taunus, oranje opgetuigd, op zijn zij te branden. Elke keer als ik in dergelijke situaties verzeild raak, overheerst naiviteit, niet alleen bij mij.

We verbaasden ons collectief over het ontbreken van de terrassen en wandelden naar de overkant om te zien wat gaande was. Toen we halverwege het plein waren draaide de menigte zich als één man om en begon te rennen, recht op ons af. Me verbazend over mijn eigen daadkracht draaide mijn lichaam zich om en zette het op een rennen. Ik was onderdeel geworden van de horde.

Door de straten heen verdunde de horde zich snel. Hoewel het niet passend leek, besloten we dat we toch een biertje wilden en vonden dat uiteindelijk in de Kettingstraat. Een man holde langs met zijn trainingsjack volgepropt met paraplu's. Daarna een andere man met in zijn armen een keyboard en daar bovenop een keukenmachine. De snoeren sleepten over de grond. Meer van dat soort plaatjes ontrolden zich.
Bij een pallet bakstenen verbaasden we ons dat dit hier open en bloot stond. Een uur daarvoor hadden we in de stenen geen amunitie herkend. De neiging tot gooien bleek besmettelijk. Alleen wij hielden ons in, zoals de meesten dat doen.

Die avond zagen we Brazilië winnen van de Verenigde Staten, onderweg naar het wereldkampioenschap. In het journaal dat volgde werden beelden getoond van iemand die uit de Kijkshop kwam, waarschijnlijk kort voor wij daar arriveerden. Hij droeg een TV. Voor de winkel gooide hij de TV kapot, maakte een korte buiging voor het toegestroomde publiek. Er werd niet geklapt. Hij draaide zich om en liep terug de winkel in.

Met open mond heb ik zitten kijken naar de laatste versie van de horde de afgelopen dagen. Rob Oudkerk was wethouder en tegelijk een vuns en een kluns; als vuns zocht hij ranzige seks en als kluns vertelde hij dat aan Heleen van Royen. Hij was ook populair; grip krijgen op hem was zo moeilijk als stelen bij de Kijkshop. Toen de ramen eenmaal inlagen haalde iedereen iets van zijn gading om het buiten weer stuk te gooien. Ook was er een wat klungelig optreden van de ME in de vorm van PvdA-zwaargewichten. Daarbij was er geen ontkomen aan meerennen.

Nu likt iedereen zijn wonden. En we zijn niet eens een ronde verder.

9.1.04

Bushokje 

Hij stond in een bushokje. Of eigenlijk in een tramhokje. Of eigenlijk het hokje waar je wacht op de tram. Om precies te zijn.

Hij droeg hij een strakke zwarte spijkerbroek, op het eerste gezicht zoals altijd. Daarboven hing een leren jek om zijn brede maar magere schouders. Het jek was ook zwart, maar met okergele vlakken met letters er op. Hij stond voorover gebogen over het draadijzer bankje in het tramhokje, waardoor het zijn bankje was geworden. Op het bankje wankelde een halfliterblik Heineken. Naast het blik lag even niets en dan een open pakje Drum.

Ik fietste langs, onderweg naar mijn werk. Ik keek door het glas van de achterwand en betrapte hem in zijn afgescherme ritueel.

Hij draaide een sigaret, waarbij hij overdreven naar voren boog. Zijn lange zwarte haren hingen echter niet voor zijn maar langs zijn gezicht. Het was een houding, linker knie gebogen voor de rechter en haar zorgvuldig links langs het hoofd geknikt, die je eerder bij elegante vrouwen verwacht dan bij stoere mannen. Hij had het opgenomen in zijn routine, want het belemmerde hem nauwelijks bij het rollen van de sigaret. De haardracht was kennelijk net zo bestendig als zijn broekkeuze. Nieuwer leek het haar op zijn gezicht. Het sikje en de snor toonden dat ze al een tijdje aan zijn aandacht ontsnapt waren.

De stoere man in elegante-vrouwen-houding. Aan de boemel in de ochtendspits in een bushokje. Of eigenlijk een tramhokje.

2.1.04

Knal 

Daar stond ik dan, samen met mijn vader. Elders in de straat wapperden mensen met sterretjes en ging af en toe een siervuurwerkje de lucht in. Mijn paps had zijn pakket op zijn schouder gedragen toen hij binnenkwam. Ik had een zak klappers en een ultrapijl.

Waar mijn ouders wonen komt op oudejaarsavond af en toe een batterij carbitschieters langs. Groepjes toffe jongens met melkbussen. Daarin wordt met carbit en water waterstofgas geproduceerd en door een gaatje in de bodem aangestoken. Er was een duidelijk onderscheid tussen de veel drinkende omstanders met puffende rotjes en de weinig drinkende carbitschieters met hun bassende dreunen die alles verder overstemden.

Waar ik tot vorig jaar woonde joeg op oudejaarsavond de grootste concentratie Chinezen in Nederland er hele rollen vuurwerk door. Het zag er de volgende ochtend uit alsof het rood gesneeuwd had. Voor de vorm staken we ook hier puffende rotjes af, totaal overstemd door het geratel van om de hoek. De scheiding tussen omstanders en schieters was nog steeds groot, al leidde de lulkwaliteiten van de plaatselijke bevolking wel tot grotere vermenging tussen de omstanders. Je werd als regelmatig aangeklampt voor een goed gesprek en een pletsje champagne.

Voor het eerst sinds ik me kan heugen waren wij het, mijn vader en ik, die de geesten uit de straat moesten jagen. Dat hebben we gedaan, met z'n tweeen. Hij was dronken. Ik maar een klein beetje. De buren keken zwijgend toe.


Nedstat Basic - Free web site statistics

This page is powered by Blogger. Isn't yours?

Feedback by backBlog